![translation](https://cdn.durumis.com/common/trans.png)
Dit is een door AI vertaalde post.
Selecteer taal
Samengevat door durumis AI
- Ludwig Wittgenstein was een groot filosoof van de 20e eeuw, die wordt beschouwd als de oprichter van de dagelijkse taalfilosofie.
- Hij benadrukte de diversiteit en verschillen in taalgebruik en gaf inzichten over verschillende onderwerpen zoals denken, geloof en woede.
- De filosofie van Wittgenstein toont, zoals zijn bewering dat "uitdrukking alleen betekenis heeft in de stroom van het leven", een onlosmakelijke band tussen zijn leven en zijn filosofie.
Wittgenstein
Ludwig Wittgenstein (1889. 4.26. ~ 1951. 4.29.)
Filosoof geboren in Wenen, Oostenrijk. Hij wordt beschouwd als een van de grote filosofen van de 20e eeuw en een van de pioniers van de moderne Angelsaksische analytische filosofie. Hij wordt beschouwd als de grondlegger van de gewone-taalfilosofie. Hij benadrukte de diversiteit en de verschillen in het gebruik van taal in een intellectuele wereld die steeds meer naar universaliteit streefde. Hij wordt samen met Dewey en Heidegger beschouwd als een van de drie grote anti-systematische filosofen.
"Uitingen krijgen alleen betekenis in de stroom van het leven", zoals hij zelf zei, en het is moeilijk om zijn leven los te zien van zijn filosofie. Een man die meer dan wie dan ook verlangde naar volmaaktheid, maar tegelijkertijd ook naar de meest menselijke ervaringen.
○ Heeft het ertoe geleid dat je er van houdt, of het nu werd ontkend of bevestigd?
○ Denken is voor jezelf een beeld creëren. ‘Denken’ is wanneer iets duidelijk voor je ogen verschijnt.
○ Als je maar één manier van denken hebt, kun je alleen een leven leiden dat overeenkomt met die manier van denken.
○ In een systeem waarin geleerd wordt wat er wordt geleerd, verdwijnt of wordt verborgen wat elk kind zou moeten koesteren. Dat kostbare is twijfel, diepgaand nadenken, kalm observeren.
○ Als er binnen de kaders van een spel enkele mensen zijn die de vorm van het spel in twijfel trekken, dan zien ze hen met argusogen aan en proberen ze hen uit te sluiten.
○ Wanneer we iets zien, zien we niet alleen dat ding, maar ook de interpretatie die we er zelf van maken. Daarom reageren we emotioneel op die interpretatie.
○ In het gewone sociale leven gebruiken we het woord ‘geloven’ en nemen we algemene ervaringen, herinneringen en verificaties als bewijs voor dat geloof. Maar wanneer we zeggen dat we in God ‘geloven’, hebben we dat bewijs niet nodig. Een atheïst begrijpt deze manier van gebruiken van het woord ‘geloven’ niet. Daarom is er tussen hen altijd een eindeloze discussie.
○ Woede verwondt jezelf.