Gang Gam-chan
Gang Gam-chan (Koreaans: 姜邯贊 of 姜邯瓚, 19 november 948 – 20 augustus 1031) was een minister van de Goryeo-dynastie. Zijn clan was Gimju.
In 983 (3e jaar van de regering van koning Seongjong) slaagde hij voor het staatsambtenarenexamen met de hoogste score en werd hij benoemd tot Yebu Sirang, Hanlim Haksa en vervolgens tot Pyunjangsa. Hij weerhield de drie invasies van de Liao-dynastie en werd in 1019 (10e jaar van de regering van koning Hyeonjong) tot Gemgyo Taeui Munha Sirang Dongnae Sa Munha Pyeongjangsa Cheonsu Hyeon Gaeguk Nam Sikup Sambaekho (檢校太尉門下侍郞同內史門下平章事天水縣開國男食邑三百戶) benoemd. In 1020 (11e jaar van de regering van koning Hyeonjong) werd hij bevorderd tot Teukjin Gemgyo Taeboo Cheonsu Hyeon Gaeguk Ja Sikup Obaegh (特進檢校太傅天水縣開國子食邑五), in 1030 (21e jaar van de regering van koning Hyeonjong) werd hij Munha Sijung en in 1031 (22e jaar van de regering van koning Hyeonjong) tot Teukjin Gemgyo Taesa Sijung Cheonsu Gun Gaeguk Hoo (特進檢校太師侍中天水郡開國侯). Zijn postume naam is Inheon (仁憲). Hij werd vereerd in de tempel van koning Hyeonjong en tijdens het bewind van koning Munjong werd hij postuum benoemd tot Su Taesa (守太師) en Jungseo Ryeong (中書令).
○ De kracht van de tijger is enorm en inspireert angst, maar kracht verliest altijd van wijsheid. Als kracht de wereld zou hebben geregeerd, hoe zou dan ○ de mensheid de wereld hebben kunnen beheersen?
○ Een krijger mag de dood niet vrezen, want overwinning komt niet naar degenen die bang zijn.
○ De aanwezigheid van een incompetente leider leidt zelfs dappere soldaten naar de nederlaag.
○ Een wijze leider concentreert zich op het verheffen van zijn ondergeschikten.
○ Wees niet bang voor nederlaag, maar leer ervan.
○ De kans op overwinning is altijd aanwezig. Alleen de dapperen zullen de deur openen.
○ Hoewel de stormnacht donker is, zal de zon altijd opkomen.
○ Zichzelf overwinnen is de grootste overwinning.
Reacties0